Je hebt nog contact, want de kinderen.
Ingezonden stuk:
Je hebt nog contact, want de kinderen.
Je wilt het nog zo goed mogelijk laten verlopen.
Je bent diegene die alles nog te vaak accepteert.
Je ziet veel door de vingers.
Je probeert een soort ‘vriendschap’ met de vader te onderhouden.
Want veel familie is er niet om jullie heen.
Je wilt geen spelbreker zijn.
Je verbijt je telkens weer.
Ooit was het veel erger dan dit, denk je dan.
Dit kun je wel aan toch.
Je komt eens aan bij je ex, want je zoon is daar.
Je bent in de buurt, dus waarom niet.
Moet kunnen toch.
Volwassen mensen immers.
Plots worden jullie beiden voedsel aangeboden en koekjes, van alles wat is er in huis.
Het bevreemd je wel.
Maar oké, een mens kan veranderen.
Waarom niet.
Een tijd daarna gebeurd het weer.
Het valt je weer op.
En dan komt hij een keer bij jullie thuis.
Hij krijgt een kom soep die hij meteen op eet, want wachten op anderen zit er niet bij.
Je zegt er iets van.
Het is wel zo netjes om op anderen te wachten voor je gaat eten.
Het is toch geen klein kind, hij zou beter moeten weten inmiddels.
Hij krijgt nog wat meloen en een kop thee die hij niet eens aanraakt.
Hij is opgefokt en vervelend.
Misschien weer eens drugs gebruikt, die uitwerkt.
Als hij weg gaat ben je blij.
Opgelucht haal je weer adem.
Later hoor je hoe hij tegen je zoon zegt dat jij erg ongastvrij bent, want als je bij hem komt, kun je altijd alles krijgen.
Aha dus dat zat erachter.
Gewoon vier maanden toneel spelen en mij pakken, op wat eigenlijk?
Wat is er ongastvrij aan thee krijgen en soep en meloen.
Het slaat nergens op, dat weet je.
Maar je zoon gelooft hem blijkbaar eerder dan jou.
Je geeft aan dat je geen zin hebt in dit geharrewar en ondertussen veroorzaakt die man ellende tussen jou en je nog thuiswonende zoon.
Opzet geslaagd…
Zo berekenend kan een narcist zijn.
Marja